Op het linkerpaneel draagt de zwangere Maria haar Zoon in haar schoot. Het is een tijd van verwachting en belofte. Het rechtse luik brengt ons naar Jeruzalem. De ouders van Jezus volbrengen daar een Joods ritueel voor kinderen die veertig dagen oud zijn. Dan gebeurt iets merkwaardigs: een oude man neemt het kind in zijn armen en noemt de jongen het licht van de wereld. Tegelijk kondigt hij aan hoeveel verdriet zijn moeder te wachten staat. Op dat moment begreep Maria niet wat hij bedoelde. Dertig jaar later wordt dit wel duidelijk. Op het middenpaneel is Maria getuige van de kruisdood van haar zoon. Herkenbaar aan haar blauwe gewaad, raakt ze Jezus’ elleboog aan. Wat een verdriet. Maar wat een tederheid ook. Liefde in goede en kwade dagen.
Kruisafneming
Filterregen zijpel zacht
In mijn hart uw klamme klacht
En ontmacht,
Me zacht, in de nacht
Die m’in purper wacht.
Wolkenvachten,
Donkre machten,
Drijven krachten
Die versmachten
Korenkop’ren pracht.
Zijpelregen,
Zonder zegen,
Langs de wegen
Neergezegen,
Ruis in ’t harte
Van de zwarte
Linden langs de laan.
Regenvlegen
Die, als narren,
Komen sarren,
Ruist nu vege
In het lege
Van mijn hart,
Moederstille smart.
Filterregen, zijpel zacht
In mijn hart uw klamme klacht


Kruisafneming
Op het linkse paneel zie je een jongedame met een mand op haar hoofd. Zij kijkt de toeschouwer rechtstreeks aan. Het is een techniek die Rubens vaker toepast om in dialoog te gaan met de mensen die het schilderij bekijken. Je mag je voorstellen dat de jongedame jou aanspreekt. Als je weet dat elk van de drie panelen een afbeelding is van hoe Christus gedragen wordt, kan je zelfs vermoeden wat ze vraagt: ‘Ben jij ook een Christusdrager?’


Kruisafneming
De welgestelde kolveniersgilde, een schuttersvereniging, wilde voor hun altaar een afbeelding van hun patroonheilige, Sint-Christoffel. Omdat hij een personage uit een legende was mocht dat echter niet. Het verhaal vertelt dat de reus Reprobus voor God wilde werken maar niet wist waar God te vinden. Als hij op een dag een kleine jongen draagt en vraagt hoe het komt dat het kind zo zwaar weegt, antwoordt het: ‘Ik ben Christus, die de zonden van de wereld heeft gedragen.’ De reus had God gevonden. Op dat moment veranderde hij van naam. Hij werd Christoforos, Grieks voor ‘drager van Christus’. Die ‘Christusdrager’ mocht dus niet op het middenpaneel. In plaats daarvan laat Rubens zien hoe Jezus’ vrienden zijn dode lichaam van het kruis halen. In die zin zijn ze allemaal dragers van Christus – Christoffels.

