Acht verticale banden leiden opwaarts tot bij God. Ze vertegenwoordigen de kunstvormen die de mens doen uitstijgen boven zichzelf: muziek, welsprekendheid, schilderkunst, bouwkunst en edelsmeedkunst. Wat verrassend misschien dat theologie en filosofie in deze reeks vertegenwoordigd zijn. Het is blijkbaar een kunst om stevig na te denken over de mens, de wereld en God. En er zijn ook centen nodig, natuurlijk. Helemaal links is de scheepvaart de vertegenwoordiger van de economie.
God verheerlijkt door de kunsten
Als er geen danser meer was
die de wereld een draai geeft
met pirouettes
Geen speler die de rollen keert
geen schilder die het licht
uit de schaduw trekt
Muzikant die stemmen kan
verbinden en nooit voorbijgaat
aan een rust
Als er alleen nog de dichter was
Om zo’n leegte te beschrijven
hij zou de woorden niet vinden


God verheerlijkt door de kunsten
Als je aan de rechterkant begint te tellen, is de welsprekendheid de vierde band. Het wapenschild onderaan is dat van het magistraat, het schepencollege van de stad. De kunst van de welsprekendheid wordt zo in het glasraam verbonden met de politiek. De Bijbelse vertegenwoordiger van deze kunst is Jesaja. Deze oudtestamentische profeet wordt door een engel klaargemaakt om namens God te spreken. De engel schroeit de lippen van de profeet met een gloeiende kool om hem van alle ongerechtigheid te bevrijden. Een idee voor hedendaagse politici?


God verheerlijkt door de kunsten
Dit negentiende-eeuwse glasraam getuigt over de verwevenheid van kunst en religie. Acht banen vertrekken onderaan bij de menselijke activiteiten die tot de zogenaamde vrije kunsten worden gerekend. ‘Vrije beroepen’ zouden we die vandaag noemen. De banen leiden omhoog langs een Bijbels personage en een heilige tot bij God zelf. De naam van het glasraam geeft aan dat de kunsten hulde brengen aan God, die bovenaan staat afgebeeld als Vader, Zoon en Heilige Geest. Een hedendaagse toeschouwer kan dit verstaan als een uitnodiging om naar de eigen vaardigheden te kijken en zich af te vragen: hoe kan ik van op mijn plaats in de samenleving bijdragen aan wat er echt toe doet in het leven?

